Regiment Van Heutsz

Regimentsmars Van Heutsz

Componist A. van Veluwen

De defileermars van het Regiment Van Heutsz is een samengestelde mars, ogebouwd uit drie verschillende liederen die verwijzen naar het voormalige Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). De mars werd gecomponeerd door A.J. van Veluwen en weerspiegelt muzikaal de geschiedenis en identiteit van het regiment.

De bekendste melodie is in deze mars, komt van het liedje Ajun, Ajun, in die hoge klapperboom. Dit gedeelte bevindt zich na de tromsolo. 

Deze mars is opgenomen in het Ceremonieel & Protocol van defensie als officiële defileermars bij het Regiment Van Heutsz.


Defileermars KNIL

Componist: N.J. Gerharz, kapelmeester Stafmuziek te Batavia (1904-1917)

Arrangement: Koos Mark


Regiment van Heutsz

Componist: A.J. Roelen - stafmuzikant bij het 6e Regiment Infanterie, later onderkapelmeester Stafmuziek te Batavia (1902-1912)

Deze mars is geschreven voor fanfare-bezetting. 


Hulde aan generaal Van Heutsz

Componist: N.A. Bouwman, directeur/dirigent van de Koninklijke Militaire Kapel van het regiment Grenadiers en Jagers (1879-1920)

Titel: Hulde aan Van Heutsz

Geschreven in 1904.

Generaal Joannes Benedictus van Heutsz was de Nederlandse officier die het langdurige verzet in Atjeh uiteindelijk wist te breken. Vanaf 1898 leidde hij als militair gouverneur de Nederlandse campagne in de regio, waarbij hij nauw samenwerkte met islamkenner Snouck Hurgronje. Door het verdeel-en-heersbeleid, harde militaire acties en het inschakelen van lokale bondgenoten wist Van Heutsz het binnenland geleidelijk onder Nederlands gezag te brengen. In 1903 werd Atjeh officieel als gepacificeerd beschouwd. Van Heutsz werd in Nederland gevierd als held, maar later ook bekritiseerd vanwege het geweld waarmee hij het verzet onderdrukte.


Generaal Van Heutsz Marsch

Componist: Arthur Bienbar


Atjeh-Marsch

Atjeh mars hulde aan het Nederlandse Leger
Atjeh mars hulde aan het Nederlandse Leger

Componist: W.C. de Lange

Gecomponeerd in 1911

Een "hulde aan het Nederlandsche leger"

Propaganda mars met de (waarschijnlijke) tekst:

En Toekoe Oemar, die moet hangen;
Naar Atjeh toe! Naar Atjeh toe!
En Toekoe Oemar gaan wij vangen,
Naar Atjeh toe! Naar Atjeh toe!

 


Atjeh's Kraton Marsch

Atjeh's Kraton Mars

Componist: W.J.J.M. Janssen

Opgedragen aan Mr. James Loudon, Gouverneur Generaal  van Nederlands-Indië.

De Atjeh's Kraton Mars, opgedragen aan Gouverneur-Generaal James Loudon, is een muzikale ode aan een cruciaal moment in de Nederlandse koloniale geschiedenis. Tijdens zijn ambtsperiode in Nederlands-Indië (1872-1874) speelde Loudon een sleutelrol in het uitbreken van de Atjeh-oorlog, een conflict dat voortkwam uit de Nederlandse poging om het sultanaat Atjeh op Sumatra te onderwerpen. De mars weerspiegelt zowel de militaire ambitie als de tragiek van de oorlog, waarin de Kraton van Atjeh – het paleis van de sultan – symbool stond voor verzet en de koninklijke macht van de Atjehse heersers.

Deze mars zou de vastberadenheid en de complexiteit van de strijd eren, terwijl het tegelijkertijd een eerbetoon is aan Loudon's gouverneurschap, ondanks dat het werd gekenmerkt door zowel militaire mislukkingen als politieke controverse.


De Kraton is ons!

Componist: Sergeant Adrianus Korn van het Regiment Grenadiers en Jagers, later kapelmeester 2e Regiment Infanterie (1861-1892)

Arrangement: Koos Mark

Titel: De Kraton is ons!


Klapperboom Marsch - Nederlandsch-Indische Leger mars nr. 1

Componist: Paul Seelig

 

De Klapperboom Marsch is een mars die nauw verbonden is met het koloniale verleden van Nederlands-Indië.

Het woord "klapperboom" is de Nederlandse benaming voor een kokospalm, afkomstig van het woord "kelapa," dat kokosnoot betekent. Deze boom, die veel voorkomt in de tropische gebieden van de voormalige kolonie, speelde een belangrijke rol in het dagelijks leven van de lokale bevolking vanwege zijn veelzijdige toepassingen. Kokosnoten werden gebruikt voor voedsel, de bladeren en het hout voor bouwmaterialen.

Op het titelblad van deze mars staat onder de naam "Klapperboom Marsch" ook nog "Ajoen, ajoen" vermeld. Dit is een populaire traditionele Indonesische volksmelodie, vaak geassocieerd met Java. Het liedje werd in de koloniale tijd door zowel de lokale als de Nederlandse bevolking veel gezongen. 

Deze mars is combineert dus de Nederlandse militaire muziek met traditionele Indonesische invloeden. 


Detachementslied Marechaussee KNIL

Oorspronkelijke lied: La mari pulang

De marechaussee van het KNIL vervulde een geheel andere rol dan de marechaussee zoals we die nu kennen. In Nederlands-Indië vormden zij geen militaire politie, maar een lichte, mobiele gevechtseenheid. Ze werden vooral ingezet in moeilijk begaanbaar terrein, zoals in Atjeh, waar ze zich te voet of te paard snel konden verplaatsen. Hun taak was het opsporen en uitschakelen van verzetsgroepen, het bewaken van posten en het beveiligen van transporten. Ze opereerden in kleine eenheden en stonden bekend om hun uithoudingsvermogen en hardheid. Tijdens de pacificatiecampagnes traden ze streng op tegen dorpen die verzet boden. In sommige gevallen leidde dit tot gewelddadige confrontaties waarbij ook burgerslachtoffers vielen. De marechaussee was daarmee een belangrijk instrument in de koloniale oorlogsvoering van het KNIL.


Koloniale Reserve mars

Componist: A. Thewissen, kapelmeester muziekkorps der Koloniale Reserve te Nijmegen (1892-1904)


Kotta-Radja mars

De naam "Kotta Radja" is afkomstig uit het Maleis/Indonesisch en betekent letterlijk "Koningsstad" of "Stad van de Koning." Het woord "Kotta" (of "Kota") betekent "stad", en "Radja" (of "Raja") betekent "koning".

Componist: A.A. van Blommestein (officier van het Nederlands-Indische Leger)

Arr. Koos Mark

Opgedragen aan het Indische-leger ten gunste van de nabestaanden van de gesneuvelden in de Atjeh-oorlog. 


Naar Atjeh mars

Componist: G. Sauvlet

 

Deze mars is waarschijnlijk geïnspireerd door de militaire campagnes van Nederland in Atjeh (Sumatra) tijdens de Atjeh-oorlog, die van 1873 tot 1904 duurde. Marsen zoals deze werden vaak geschreven om het gevoel van trots en verbondenheid te bevorderen en om patriottisme te vieren.


Atchin-Marsch

In de 19e eeuw werd de naam Atjeh in Nederlandse teksten soms geschreven als Atchin of Achin. Dit kwam door verschillen in transcriptie en uitspraak van lokale namen.

Componist: Maurice Hageman

Gecomponeerd in Batavia.

Eerbiedig opgedragen aan Louis, Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje

In de mars staat af en toe de tekst: "Ga je nu mee naar Atchin toe!"


Van Swieten voor Atchin Mars

Componist: J. Zaagmans - kapelmeester 7e Regiment Infanterie (1887-1912)

Luitenant-generaal Johan van Swieten speelde een centrale rol in de tweede Atjeh-expeditie van 1873–1874. Nadat de eerste Nederlandse poging om het sultanaat Atjeh te onderwerpen was mislukt, werd Van Swieten benoemd tot bevelhebber van een nieuwe militaire campagne. Onder zijn leiding werd de kraton, het paleis van de sultan in Banda Atjeh, veroverd. Deze overwinning werd in Nederland gepresenteerd als een belangrijke triomf en leidde tot de formele annexatie van Atjeh in januari 1874. In werkelijkheid betekende de inname van de hoofdstad echter niet het einde van het verzet; in de jaren die volgden zou een bloedige guerrillaoorlog losbarsten die tientallen jaren zou aanhouden. Van Swieten werd na zijn terugkeer geëerd als overwinnaar, maar zijn optreden markeerde vooral het begin van een langdurige en gewelddadige fase in de Nederlandse koloniale geschiedenis.


Van Zijll de Jong Mars

Componist: G. Jh. van Dam - kapelmeester Stafmuziek te Batavia (1892 - 1904)

Luitenant-generaal Theodoor Johan Arnold van Zijll de Jong speelde een belangrijke rol in het vroege verloop van de Atjeh-oorlog, met name rond en na de tweede expeditie van 1873–1874. Hij was een ervaren artillerieofficier en werd in deze periode ingezet als commandant van de artillerie bij het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger.

Tijdens de expeditie onder leiding van generaal Van Swieten had Van Zijll de Jong de taak om de Nederlandse posities in en rond Banda Atjeh te verdedigen tegen het voortdurende verzet van Atjehse strijders. Hij maakte zich sterk voor een offensievere militaire aanpak. Waar sommige commandanten terughoudend waren, pleitte Van Zijll de Jong juist voor het preventief beschieten van kampongs (dorpen) rondom de Nederlandse linies om vijandelijke samenkomsten en verrassingsaanvallen te voorkomen.

Hoewel zijn voorstellen aanvankelijk op kritiek stuitten, vanwege de risico’s voor burgers en het politieke imago van Nederland, zou deze strategie later toch worden overgenomen, zeker toen bleek hoe hardnekkig het verzet bleef. Daarmee stond hij aan de wieg van een verschuiving naar een hardere oorlogsvoering, iets wat kenmerkend zou worden voor de decennia lange Atjeh-oorlog.

Van Zijll de Jong werd later onderscheiden met onder meer de Militaire Willems-Orde vierde klasse voor zijn inzet. Zijn rol in Atjeh was dus vooral militair-strategisch: hij was een van de eerste officieren die aandrong op een systematisch offensief tegen de guerrillatactieken van het Atjehse verzet.


Generaal Van der Heyden Mars

Componist: A. A. Van Blommestein - officier van het Nederlands-Indische Leger

Generaal Karel van der Heijden (1826–1900), ook wel gespeld als Van der Heyden, was een prominente Nederlandse militair die een belangrijke rol speelde tijdens de Atjeh-oorlog in Nederlands-Indië. Hij begon zijn militaire loopbaan in 1841 en nam deel aan diverse expedities, waaronder die naar Bali en Borneo, waarvoor hij werd onderscheiden met de Militaire Willems-Orde. 

In 1877 werd Van der Heijden benoemd tot zowel militair als civiel gouverneur van Atjeh. Tijdens zijn campagne in Samalanga raakte hij ernstig gewond en verloor hij een oog, wat hem de bijnaam "Generaal Eenoog" opleverde. Onder zijn leiding voerde het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger een harde, offensieve strategie, waarbij dorpen werden verwoest en gewassen vernietigd om het verzet te breken (zie Van Zijll de Jong Mars). Deze aanpak leidde tot aanzienlijke verliezen onder de Atjehers en werd later bekritiseerd vanwege de hoge kosten en wreedheden.

Ondanks zijn successen werd Van der Heijden in 1881 eervol ontslagen, mede vanwege de financiële lasten van zijn militaire strategie. Hij werd echter erkend voor zijn diensten met hoge onderscheidingen en benoemingen, waaronder die tot adjudant van de koningin. 


Generaal Vetter-Marsch

Componist: B.A. Verhallen

Arr. Koos Mark

In 1894 ondernam de koloniale overheid twee militaire expedities naar Lombok om hun prestige en macht te herstellen. De eerste expeditie, geleid door generaal-majoor J.A. Vetter, liep op een mislukking uit. Dit dwong het koloniale bestuur om een tweede missie op te zetten, met als doel zowel de verloren controle terug te winnen als wraak te nemen voor wat werd gezien als het ‘verraad van Lombok’. De onrust op het eiland was ontstaan door de onderdrukking van de islamitische bevolking door de Hindoe-Balinese vorst, wat de interventie van de koloniale overheid noodzakelijk maakte. Ter ere van Vetter werd jaarlijks een speciale dag gevierd, wat beschouwd kan worden als een voorloper van de huidige Veteranendag.


Djambie - Storm Galop

Componist: M. Edzard Greve

Hulde aan het 12e Bat. Inf. Oost-Indische Leger

Hoogachtend opgedragen aan den wel edel gestrengen heer J.D. de Bruijn, ridder van de militaire Willemsorde, luitenant bij genoemd bataljon. 


Aan de Indische Helden

Tekst: Onbekend

Onderstaand zeemanslied uit 1875 kan ik vinden bij het wijsje "De Jongens van Jan de Witt", maar dit past niet goed bij de tekst van het lied "Aan de Indische Helden". 


Feestmarsch

Componist: T.F. Markus (kapelmeester der Stafmuziek van het Nederlands Oost-Indisch Leger)

Titel: Feestmarsch, op. 30

Gecomponeerd in 1869

 

In 1869 werd het 250-jarig bestaan van Batavia groots gevierd. De stad, die in 1619 was gesticht door Jan Pieterszoon Coen namens de Verenigde Oost-Indische Compagnie, kende een rijke koloniale geschiedenis die tijdens deze jubileumviering uitgebreid werd herdacht. De festiviteiten waren vooral gericht op de Europese gemeenschap in Nederlands-Indië en omvatten optochten, concerten, vuurwerk en versierde straten.


NIWIN-Mars

Componist: J.P. Laro (dirigent Johan Willem Friso Kapel en Marinierskapel)

Titel: NIWIN Mars

Gecomponeerd in 1948.

De NIWIN Mars werd gecomponeerd ter ondersteuning van de Nationale Inspanning Welzijnsverzorging Indië (NIWIN), een welzijnsorganisatie die zich inzette voor Nederlandse militairen in Indonesië in de periode 1945-1950. Deze mars werd gecomponeerd als onderdeel van de bredere campagne om fondsen in te zamelen voor de welzijnsprojecten, die cruciaal waren voor het ondersteunen van de soldaten in het verre Nederlands-Indië.