Wapen der Artillerie

V.O.A. Mars

Componist: kapelmeester Sjef van der Poort - Kapelmeester Artillerie Trompetterkorps

Titel: Vereniging Officieren Artillerie Mars

Gecomponeerd in 1977 ter ere van het 300-jarig bestaan van de Artillerie. 

De mars kent zijn oorsprong in het lied van de Veldartillerie "Wat dreunt daar op die heide?". Dit stuk werd in 1846 in het Frans geschreven door tweede luitenant W. de Villeneuve, die later de rang van generaal-majoor zou bereiken. De melodie werd gecomponeerd door jhr. J.C. van Gheel Roëll, destijds ook tweede luitenant en later kolonel. Een onbekende dichter zette het werk om naar het Nederlands, waar het sinds 1956 bekendstaat als het officiële Artillerielied. (Bron: Militaire Spectator, L. Verhoeff (kolonel der artillerie)

Aanvankelijk was het Artillerielied een wals. Voor het driehonderdjarig jubileum van de artillerie bewerkte kapelmeester Sjef van der Poort het echter tot een mars. 

Traditiegetrouw wordt het Artillerielied op de dag van Sint-Barbara, de beschermheilige van de artillerie, gezongen met één voet op tafel, als symbool voor de voet in de stijgbeugel.

Deze mars is opgenomen in het Ceremonieel & Protocol van defensie als officiële defileermars bij het Wapen der Artillerie.

Tekst:

1. Wat dreunt daar op die heide,

wat blinkt daar in 't verschiet?

Wat dondert tussen beide,

dat men door stof niet ziet?

Hoe flikkeren die zwaarden,

wat forse melodie!

Hoe rennen daar die paarden!

't Is veldartillerie!

Hoe rennen daar die paarden! 

't Is veldartillerie!

2. De kruitdamp is hun leven,

't kanon is hun banier!

De hoop daarvoor te sneven,

bezielt elk kanonnier.

Zij haken naar den strijde,

voor Vaderland en Vorst.

Voor Land en Koning beide,

klopt steeds hun mannenborst!

 

3. Van 't paard bij 't stuk gevlogen,

dra dondert reeds het schot.

Weer vlug vooruit getogen,

vernielt hij 's vijands rots.

Rent d'overmacht hem tegen,

manmoedig staat hij pal.

Koopt door zijn dood de zege,

en juicht nog in zijn val.

4. Maar ook in tijd van vrede,

blinkt steeds de kannonier!

En meisjes schoon van leden,

zijn op zijn liefde fier.

Waar moed zit, heerst ook trouwe,

met kracht nooit uitgeblust.

Daarom de schoonste vrouwen,

heeft hij naar hartelust!

 

5. Hoera dus voor ons wapen,

Lang leev' de kanonnier!

Lang leev' die forse knapen,

des legers schoonste sier!

Hun leus zij: steeds te strijden,

Werwaarts ook d'eer hen zendt.

Voor Land en Koning beide,

Tot roem van 't Regiment.


Inspectiemars Luchtdoelartillerie

Componist: Marten van der Worp

Titel: De L.U.A. Mars

Inspectiemars voor het korps Luchtdoelartillerie


Inspectiemars Rijdende Artillerie

Componist: Marten van der Worp

Titel: Inspectiemars Rijdende Artillerie


Mars van het Artillerie Trompetter Korps

Componist: Marten van der Worp

Na de oorlog herleefden de trompetterkorpsen bij de artillerie. Het duurde echter tot 1960 voor de officiële erkenning volgde en het Artillerie Trompetterkorps (ATK) in de organisatie werd opgenomen. De bezetting was naar Frans voorbeeld samengesteld en bestond uit: 14 trompetten in Es; 3 bastrompetten in Es; 2 tenortrommen; 4 alttrompetten in Es;  1 contrabastrompet en 1 stel pauken.

In 1963 volgde een omzetting tot fanfarekorps, hetgeen een belangrijke verruiming van de muzikale mogelijkheden betekende. Uit oogpunt van traditie bleef de naam ongewijzigd. Het korps werd bemand met dienstplichtige militairen, veelal afkomstig uit burgermuziekkorpsen. Een kleine beroepskern, een kapelmeester met twee medewerkers, had de moeilijke taak dit korps, met een zo snel wijzigende bezetting, op hoog muzikaal niveau te houden. Dat dit naar wens verliep blijkt wel uit het feit dat naast de vele militaire verplichtingen, regelmatig in binnen- en buitenland werd opgetreden.

Op 30 september 1995 werd het Artillerie Trompetterkorps (ATK) officieel ontbonden.

Bron: overgenomen van de website van het Reunie Orkest Artillerie Trompetterkorps


Generaal Ophorst Marsch

Componist: S. Troeder

 

Generaal-majoor Adrianus Rutger Ophorst (1857-1928) heeft zijn militaire carrière opgebouwd binnen het 1e, 2e en 4e Regiment Vestingsartillerie. Zijn ervaring en inzicht in vestingwerken maakten hem de ideale persoon om tijdens de periode van de Eerste Wereldoorlog het commando te voeren over één van de belangrijkste verdedigingswerken van Nederland, de Stelling van Amsterdam. Deze verdedigingsring, bestaande uit 46 forten, batterijen en een netwerk van dijken en sluizen, was bedoeld om de hoofdstad te beschermen. Mocht het zover komen dat Nederland in de oorlog betrokken raakte, dan zou de regering naar het gebied binnen de Stelling verplaatst worden om daar stand te houden, onder het toeziend oog van Ophorst.


Generaal Valk mars

Componist: kapitein Rocus van Yperen - kapelmeester van de Koninklijke Militaire Kapel van het Garderegiment Grenadiers en Jagers.

Geschreven in april 1962 te Den Haag.

Aangeboden ten afscheid van Luitenant Generaal C.J. Valk door de Directeur, Kapelmeester en leden van de Koninklijke Militaire Kapel.

Luitenant Generaal Cornelis Johannes Valk en kapelmeester C.L. Walther Boer waren beiden krijgsgevangenen in het Duitse kamp Stanislau tijdens de Tweede Wereldoorlog. Valk verbleef daar van 15 mei 1942 tot zijn vrijlating op 5 juni 1945. Walther Boer, componist en dirigent van de Koninklijke Militaire Kapel, was eveneens geïnterneerd in Stanislau.

In het kamp ontwikkelden de Nederlandse krijgsgevangenen een rijk cultureel leven. Walther Boer speelde daarin een leidende rol door muziek en zangavonden te organiseren, wat bijdroeg aan het moreel van de gevangenen. Hoewel er geen gedetailleerde documenten zijn die hun persoonlijke interacties beschrijven, is het aannemelijk dat Valk en Walther Boer elkaar hebben ontmoet en mogelijk samenwerkten bij de culturele activiteiten. Dit creëerde bij Luitenant Generaal Valk vermoedelijk een blijvende waardering voor de kracht van (militaire) muziek en in het speciaal een binding met de Koninklijke Militaire Kapel en kapelmeester kapitein C.L. Boer en zijn opvolger kapitein R. van Yperen.


Rijdende Artillerie Lied

Dichter: kapitein C.F. Krahmer de Bichin (later majoor)

Melodie: studentenlied Gaudeamus Igitur

Het lied van de Rijdende Artillerie, in de volksmond vaak bekend als de 'gele rijders', is gebaseerd op de melodie van een van de oudste en meest invloedrijke universiteitsliederen. De oorsprong van dit lied gaat deels terug tot een compositie uit 1267 genaamd "Scribere proposui". De huidige versie werd echter in 1781 gepubliceerd door Christian Wilhelm Kindleben. Het lied verwierf snel populariteit, waarna kapitein C.F. Krahmer de Bichin van het Korps Rijdende Artillerie een nieuwe tekst schreef op deze bekende melodie.

Tekst:

1. Nous sommes tous de francs lurons
Dans l'artillerie légère. (2x)
Nous avons tous pour nos patrons
Bacchus, l'Amour et le canon.
Vénus pour ménagère.

 

2. Le vin, les femmes et les chevaux
Font notre bonheur suprême. (2x)
Ardent coursier au grand galop,
Jolie maîtresse sur le dos,
Voilà le bonheur même.

 

3.Qui fait ce bruit et ce fracas,
Ce feu, cette poussière. (2x)
Qui lance la foudre au combat,
Reçoit la mort, ne se rend pas?
C'est l'artillerie légère.

 

4. Toujours joyeux, jamais chagrin,
L'honneur et la franchise. (2x)
Un jour l'Amour et le bon vin,
Un autre jour le sabre en main,
Voilà notre devise.

 

5. Que chacun s'arme d'un flacon,
Et remplisse son verre! (2x)
Versez tout plein, car nous buvons
À la santé des francs lurons
De l'artillerie légère.

 

1. Wij zijn allemaal vrolijke knapen,
Bij de lichte artillerie.
Wij hebben als onze beschermheren
Bacchus, de liefde en het kanon.

?? betekenis??

 

2. De wijn, de vrouwen en de paarden
Maken ons ultiem gelukkig.
Een vurige hengst in volle galop,
Een mooie maîtresse op je schoot,
Dat is ware vreugde.


3. Wie maakt dat lawaai en die herrie,
Dat vuur, die stofwolken,
Wie laat de bliksem los in de strijd,
Ontvangt de dood, maar geeft niet op?
Dat is de lichte artillerie.


4. Altijd vrolijk, nooit sacherijnig,
Eer en eerlijkheid staan voorop.
De ene dag de liefde en de goede wijn,
De andere dag het zwaard in de hand,
Dat is ons motto.


5. Laat iedereen een fles pakken
En zijn glas vullen!
Schenk het vol, want wij drinken
Op de gezondheid van de vrolijke knapen
Van de lichte artillerie.


4e Regiment vesting-artillerielied

Componist: J.C. Guise. 

Tekst: S.C. Meerdink

Titel: Donderzang van het 4e Regiment vesting-artillerie

Opgedragen aan den Hoogedelgestrengen Heer T.C. de Bordes, kolonel commandant van het 4e Regiment Vesting-Artillerie van 26 juli 1906 - 1 november 1909.

Tekst:

Hoort Gij daar die donders rollen van de Harssens tot Kijkduin,

die stalen monden buld'ren op vloeren van Arduin?

Ziet Gij die buskruit wolken zich wentelend naar 't firmament, die linie barstende vulkanen?

Dat is het vierde regiment.

 

Rolt eens donder, donder rol dan, rol dan langs de Heldeusvoort.

En verpletter en verniel dan 's vijands macht en 's vijands boord.

Al splintre 't staal dan ook ons staal, al korr'le ons beton, de driekleur blijft geheeschen, bij 't laatste kustkanon. 

En mocht die vlag ooit dalen in 't gruis van staal en steen,

dan dekke z'als een dooden, wat van ons rest meteen.


Vestingartillerielied

Tekst:

1. Wanneer de vijand binnendringt,
In ’t dierbaar Vaderland,
Dan reiken onze forten trouw
Elkaar de broederhand,
Tot hiertoe en niet verder
Roept de Vesting-Artillerie,
En met metalen monden
Speelt ’t geschut de melodie.
Speelt ’t geschut de melodie.

2. Daarom is Vesting-Artillerie
Het wapen onzer keus,
Trouw aan Vorstin en Vaderland.
Blijkt immer onze leus.
In Hollands Linie, Veld van eer,
Daar is sterven schoon,
De glorie van het Vaderland
Zij ons laatst en enig loon.
Zij ons laatst en enig loon.


Artillerie-Cursus Lied

Componist: H. Boemans

Titel: Artillerie-Cursus Lied

Opgedragen aan den Weledelgestrengen Heer S.J. van Nooten, kapitein-directeur van den Artillerie-Cursus.

 


Lied van het 2e Regiment Onbereden Artillerie

Componist: Leo Bartels

Tekst: Majoor der Artillerie P.J.A. Bartels

Titel: Het lied van het 2e Regiment Onbereden Artillerie (Regiment Motor-Artillerie)

Tekst:

Zeg vadertj' als je dienen moet,

Kom dan bij RMA,

Daar heb je het verduiveld goed,

Daar vind je d'DGA

Vlot moet je zijn en voor geen kleintje vervaard.

Vrolijk, flink en toch ook bedaard.

Ieder die leert er wat het beste hem past,

Als je goed je best doet, blijf je uit de kast.

 

Als wij bij ons marcheren, gaan,

Dan wordt het eerst recht goed

De chauffeur trekt zijn glimpak aan

en niemand gaat te voet.

Hoog en laag beklimt zijn automobiel,

Fietsjes zijn er voor een enk'le ziel.

't Kanon wordt getrokken door een ijzeren paard,

Twintig echte dieren zijn die minstens waard.


Lied Regiment Motor Artillerie

Componist: Majoor P.J.A. Bartels

Titel: Het Lied van het 2e Regiment Onbereden Artillerie (Regiment Motor Artillerie)

Bron: Nederlands Instituut voor Militaire Historie


Gele Rijders Polka

Componist: A.C. van Leeuwen - onderkapelmeester Koninklijke Militaire Kapel, garderegiment Grenadiers en Jagers

Titel: Galop voor de gele rijders (polka)


Amicus Magnus

Componist: C.F. Limburg

Titel: Amicus Magnas, Hoksbergen Mars

Opgedragen aan kolonel der artillerie b.d. R.W. Hoksbergen, de grootste vriend van muziekkorpsen bij het Wapen der Artillerie. 

Geschreven in 2007.

De componist C.F. Limburg over deze mars:

"Met dank aan de informatie die ik kreeg over kolonel Hoksbgen als mens en militair, besloot ik de mars te laten openen met het 'Signaal Artillerie'. Vervolgens begint het laag koper in gemoedelijke sfeer, aan wat je bij wijze van spreken het defilé van het rollend materieel zou kunnen noemen. In de herhaling wordt het 'Signaal Artillerie' geciteerd door het klein koper. Het korte middenstuk met de tempowisselingen verklankt de parade 'Gele Rijders'. Het slagwerkintermezzo, kordaat met passie enuur, vormt de inleiding tot wat ik het thema 'Hoksbergen' ben gaan noemen. Dit thema krijgt in de doorwerking verkapte citaten mee uit de Artillerie Mars. Maar voordat die melodie de boventoon gaat voeren roept de kleine trom tot orde, waarna de mars wordt afgesloten zoals ze begonnen is; met het 'Signaal Artillerie'."

Bron: met toestemming overgenomen uit het jubileumboek van het Trompetterkorps der Artillerie.

J. Ouwehand & J. Brouwer, "Wat forse melodie!", herinneringen aan 50 jaar Trompetterkorps der Artillerie 1960-2010


Modelmars van de Artillerie

Componist: Onbekend

Titel: Modelmars Artillerie

Voor pauken en trompetten

 

Defileermars voor de artillerie.

De artillerie kende lange tijd geen stafmuziekkorpsen zoals bij de infanterie gebruikelijk was. In plaats daarvan maakten artillerie-eenheden gebruik van trompetten en pauken te paard. De muziek had vooral een praktische functie: het geven van commando’s, het reguleren van het dagelijks ritme (zoals opstaan, eten en verzamelen) en het verhogen van de moraal. Vanuit deze traditie is ook deze defileermars voor de artillerie geschreven.